Werken bij Molenaar

Roy (26) verruilde zijn baan bij Defensie voor een nieuwe uitdaging dichter bij huis. Nu werkt hij bij Molenaar als badkamermonteur; een functie waarin hij zijn technische ervaring goed kwijt kan.

Hoe kwam je van Defensie bij Molenaar terecht?
“Bij Defensie zat ik in de installatietechniek. We bouwden als eenheid bijvoorbeeld douchecontainers of sanitaire voorzieningen, overal ter wereld. Mooi werk, maar ik was vaak lang van huis. Toen mijn vriendin zwanger werd en de zwangerschap niet helemaal soepel liep, dacht ik: waar doe je het eigenlijk voor? Ik wilde gewoon thuis zijn, ’s avonds bij mijn gezin. De zekerheid dat ik niet ineens weken weg ben.”

Je bent dus overgestapt naar iets wat dichter bij huis is. Hoe ging dat?
“Ik was breed aan het zoeken, iets technisch, maar niet in zo’n enorm bedrijf. Molenaar voelde gelijk goed, een beetje familieachtig. Je wordt hier niet in het diepe gegooid. Een ervaren collega nam me onder zijn hoede en dat werkt super. Hij weet precies hoe alles gaat en neemt de tijd om het uit te leggen.”

Wat vond je het leukst om te leren tot nu toe?
“Elektra. Dat vind ik echt interessant. Verder pik ik dingen vrij snel op. De wandpanelen zijn iets nieuws voor mij, dat kende ik niet heel goed. Wel leuk om te zien hoe praktisch het werkt en hoe strak het resultaat eruitziet. Het is afwisselend werk en klanten zijn vriendelijk. Soms krijg je soep of worstenbroodjes, haha.”

Is er iets wat je nog mist van Defensie?
“Ja, het kameraadschap. Dat je met z’n allen ellendig in een bos ligt en er later hard om kunt lachen. Dat mis ik soms wel. Maar nu heb ik iets anders moois: ’s avonds thuis zijn met mijn vriendin en zoontje. Dat brengt gewoon rust.”

Wat wil je de komende tijd nog bereiken?
“Eerst goed wennen en zorgen dat ik mijn werk goed doe. Van daaruit zie ik verder. Er is hier genoeg te leren, dus dat komt vanzelf.”

Wat doe je graag buiten het werk?
“Ik ben veel aan het klussen in huis. We hebben een oud huis gekocht in Epe van een oudere mevrouw. De woning is goed onderhouden, maar erg gedateerd. Dus nu alles kamer voor kamer aanpakken: plafonds, trap, straks de tuin. En als ik niet klus, ben ik meestal met mijn zoontje op pad.”

Hoe zou jij je woonstijl omschrijven?
“Wat mijn vriendin mooi vindt, haha. Zij roept iets, ik maak het. Zelf houd ik van iets donkerder, een beetje industrieel. De badkamer moet ook nog aangepakt worden, dus misschien gaan we die richting wel op.”

Tot slot: wat vind je het leukste aan je nieuwe baan?
“De afwisseling. Geen dag is hetzelfde, je ziet meteen resultaat van wat je doet en mensen zijn blij. Dat is toch mooi? Het voelt goed om iets te maken waar iemand jarenlang plezier van heeft.”